Eind februari, vogels luiden fluitend een nieuwe dag in. Dagen lengen, zonnekracht versterkt. Het daglicht van Philips verdwijnt weer in de lade. Af en toe kan het zonnescherm uit, en de trui. Ik geniet op deze eerste officiële lentedag het meest van de helden van Fijnland. Degenen die de winter overleefden: bieslook, selderij, mint en artisjok. Bolachtigen, geprogrammeerd om te doen wat voorjaar in voorjaar uit van hen wordt verwacht: fris groen opkomen. De gedeprimeerde kastanje verandert in een optimistische zwangere vrouw. Je ziet de helden van Fijnland in hun verwoede pogingen om de nachtvorst te trotseren, weer tot leven komen. Ook de nog onzichtbare, ondergrondse helden. Naast onder meer komkommer, kruiden en tomaten, sla, bosui en broccoli in de broeikas, eer ik in het bijzonder de tuinbonen. Ze houden hun groeikracht nog verborgen in de aarde. Maar ik weet: over een week of vijf steken ze hun kop op naast de rietjes. Om veertien dagen later fier boven hun markeerstaafjes uit te reiken. De kop is eraf: het moestuinwerk is begonnen.