Het is weer moestuin-tijd. Op de warmste 1 november ooit. Het gevoel zegt: zaaien. De zon overgiet de kleine moestuin. Het hoofd is realistisch: het is herfst, tijd voor de grote schoonmaak. Waar vorig seizoen nog heerlijks als komkommers, tuinbonen, pompoenen en tomaten weelderig groeiden, regeert nu het ongewenste tuingoed als distels, riet en brandnetels. Dat moet eruit. Het grove moestuinwerk is even goed voor lijf en geest als het verfijnde werk. Verstand op nul, blik op oneindig en rukken maar. Met wortel en al. Totdat het oog valt op vergeten gewas, goed verstopt tussen uitgeschoten sla. Prachtige, stevige, groene stengels, fier wuivend in de wind. Ik herinner me ineens het planten van de zaadjes. Eigenlijk tegen mijn zin in. Ik heb het namelijk niet zo op de ui-achtigen. Als die al opkomen, groeien ze tergend langzaam. Wéét dat als je er ooit aan begint. Maar: er is niets zo lekker dan een yoghurtsausje bij de sla met wat paprikapoeder, peper, gembersiroop. En vers gesneden bieslook uit eigen tuin.